Nieuws

Verborgen aspecten van Alomvattend Seksueel Onderwijs (CSE) en Seksuele en Reproductieve Gezondheidsrechten (SRHR)

5 oktober 2024
Dit artikel onderzoekt de complexiteit van CSE en SRHR om de verborgen aspecten en risico's ervan bloot te leggen. In dit artikel wordt onderzocht of deze programma's werkelijk de belangen van kinderen en adolescenten dienen. Deze kritische verkenning heeft tot doel een beter geïnformeerd begrip te bevorderen van wat kinderen feitelijk leren in het kader van deze invloedrijke programma's.
CSE

Door Sylvia Mesesi

Introductie

In de hedendaagse wereld zijn de termen Alomvattend Seksueel Onderwijs (Comprehensive Sexuality Education - CSE) en Seksuele en Reproductieve Gezondheidsrechten (Sexual and Reproductive Health Rights - SRHR) gangbaar geworden, vooral op scholen en in verschillende onderwijsinstellingen. Deze termen worden vaak gepromoot door mondiale instellingen zoals de Verenigde Naties en andere internationale organisaties. Maar hoe diep wordt hun ware betekenis, doel en potentiële impact begrepen?

Volgens de Verenigde Naties biedt CSE jonge mensen nauwkeurige, bij hun leeftijd passende informatie over seksualiteit en hun seksuele en reproductieve gezondheid, wat van cruciaal belang is voor hun gezondheid en overleving. Op dezelfde manier omvat SRHR toegang tot hoogwaardige informatie en diensten op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid. Het speelt een cruciale rol bij het waarborgen van het welzijn van elke adolescent en bereidt hem voor op een veilig, productief en bevredigend leven. Bescherming tegen ziekten, onbedoelde zwangerschappen en mensenrechtenschendingen, waaronder geweld tegen vrouwen en discriminatie.

Op het eerste gezicht kunnen deze initiatieven als nuttig worden beschouwd. Seksuele voorlichting is immers belangrijk voor kinderen en adolescenten. Onder de oppervlakte zijn er echter ook grote zorgen die nader onderzocht moeten worden. Om de implicaties van CSE en SRHR volledig te begrijpen, is het van cruciaal belang om deze programma’s in detail te onderzoeken en te begrijpen wat ze werkelijk inhouden.

De controversiële kwesties van CSE en SRHR

I           Het seksualiseren van kinderen

Een van de meest controversiële kwesties is CSE, die wordt bekritiseerd omdat het kinderen blootstelt aan expliciete inhoud. Veel programma's die onder CSE worden onderwezen, bevorderen seksueel gedrag met een hoog risico als normaal en moedigen kinderen en adolescenten zelfs aan om hun seksualiteit te verkennen. CSE-modules die zijn ontworpen voor adolescenten van 9 tot 15 jaar leren bijvoorbeeld dat zij de “macht” hebben om in hun behoeften en verlangens te voorzien, inclusief seksuele behoeften. (CSE Toolkit, Handleiding voor trainers, p. 7) Dit roept een kritische zorg op: bevordert deze boodschap niet seksueel gedrag met een hoog risico, vooral onder nieuwsgierige jonge kinderen die van nature de macht willen verkennen waarvan hen is verteld dat ze die bezitten?

Hoewel CSE beweert jonge mensen te helpen “de vaardigheden te ontwikkelen die ze nodig hebben om gezond gedrag aan te nemen en om nu en in de toekomst veilig te blijven” (United Nations Population Fund, p. 3), is de realiteit veel complexer.  Het is gebleken dat CSE-lessen fungeren als een handleiding voor seksuele activiteit en niet als een beschermend educatief hulpmiddel. Kinderen vanaf 10 jaar krijgen les over anticonceptie, inclusief het gebruik van expliciete modellen over condoomgebruik. Ze krijgen te horen dat ze zelf kunnen beslissen wanneer ze ‘klaar’ zijn voor seks en maken kennis met gedetailleerde discussies over verschillende manieren om seksueel genot te verkrijgen. “Het puntje van de clitoris wordt de eikel genoemd. Het is erg gevoelig voor aanraking. Het vult zich met bloed en wordt stijf als een vrouw seksueel opgewonden is. Het is het enige lichaamsdeel bij beide geslachten waarvan de enige functie het geven van seksueel genot is. Het aanraken ervan en het omliggende gebied helpt een vrouw seksueel opgewonden te raken en een orgasme te krijgen.“ (CSE For Out of School Young People in Zimbabwe, p. 46)

Een ander belangrijk punt van zorg is dat deze lessen doorgaans niet gepaard gaan met voorlichting over de psychologische en fysieke gezondheidsrisico's die gepaard gaan met seksueel gedrag. De lessen zijn sterk gericht op het verkrijgen van seksueel genot, waarbij potentiële gevolgen zoals emotionele problemen, soa's en ongeplande zwangerschappen worden verwaarloosd. Een CSE-handleiding die in Malawi wordt gebruikt, gebaseerd op materiaal van de PATH (Western Supported Organization), geeft bijvoorbeeld expliciete instructies aan niet-schoolgaande kinderen over een reeks seksuele gedragingen. Het moedigt een open en onderzoekende houding ten opzichte van seks bij kinderen aan (CSE For Out of School Young People in Malawi, P. 94). Dit, gecombineerd met de normalisering van seksueel gedrag onder kinderen, roept de vraag op of dit hen beschermt of seksueel gedrag onder kinderen juist aanmoedigt.

II         Ondermijning van de ouderlijke rechten

Een van de belangrijkste controverses rond CSE is de manier waarop het de ouderlijke rechten ondermijnt. Deze programma's omzeilen duidelijk het gezag en de inbreng van ouders als het gaat om de seksuele opvoeding van hun kinderen. CSE moedigt het verstrekken van condooms en voorbehoedmiddelen aan schoolgaande kinderen aan, inclusief kinderen op de basisschool, zonder dat daarvoor toestemming van de ouders nodig is. ( Ministeriële overeenkomst van ESA, “Young People Today, Time to Act Now”, p. 24)

In het kader van het SRHR-kader worden kinderen vanaf negen jaar voorzien van voorbehoedmiddelen, waaronder hormonale anticonceptiva. (The Regional Module for Teacher Training on Comprehensive Sexuality Education for East and Southern Africa, P. 297) Adolescenten worden aangemoedigd het vertrouwen te ontwikkelen om condooms te kopen zonder de goedkeuring van hun ouders. Deze programma's bevorderen doorgaans het idee dat jongeren het recht hebben om zelfstandig toegang te krijgen tot seksuele reproductieve gezondheidszorg. Ouderlijke toestemming wordt vaak gezien als een obstakel voor de seksuele autonomie van adolescenten. (UNFPA Operationele Leidraad voor CSE, 2014, P. 27)

De Nationale Kaderstrategie voor Adolescenten en Reproductieve Gezondheid en Rechten (ASRHR) is een ander opmerkelijk voorbeeld. Dit raamwerk is al in verschillende landen geïmplementeerd. Het moedigt het verstrekken van voorbehoedmiddelen aan minderjarigen aan zonder toestemming van de ouders. Het sluit ook uit dat ouders worden geraadpleegd bij het maken van dit beleid. Deze raamwerken vertegenwoordigen een schending van de ouderlijke rechten. Ze bevorderen ook een agenda voor seksuele rechten die prioriteit geeft aan seksuele rechten boven seksuele gezondheid en gezinswaarden. Het buitenspel zetten van ouders bij de seksuele opvoeding van hun eigen kinderen is niet alleen een schending van hun rechten, maar ook een potentiële bedreiging voor de gezinseenheid.

III        Onthouding ontmoedigen

Traditioneel wordt onthouding altijd gepromoot als de meest effectieve manier om onbedoelde zwangerschappen en seksueel overdraagbare aandoeningen te voorkomen. CSE-programma's presenteren onthouding echter vaak als ondergeschikt aan het gebruik van anticonceptiva. In sommige CSE-curricula wordt onthouding onderwezen als iets waar seksuele partners het onderling over eens moeten zijn, in plaats van een persoonlijke of morele keuze die een individu zou moeten maken (CSE For Out of School Young People in Malawi, P. 247). De implicatie is dat kinderen en adolescenten geen onthouding mogen beoefenen, omdat dan niet aan hun seksuele behoeften wordt voldaan.  Als gevolg hiervan is de focus verschoven van onthouding naar het gebruik van voorbehoedmiddelen als het belangrijkste middel om SOA's en zwangerschap te voorkomen.

Sommige CSE-programma’s suggereren dat onthouding een onrealistische verwachting is en dat het praktischer is om hen te leren hoe ze ‘veilige seks’ kunnen bedrijven. (CSE For Out of School Young People in Malawi, p. 247) Door voorrang te geven aan wederzijdse seksuele bevrediging en het gebruik van voorbehoedmiddelen boven onthouding, kan CSE vroege seksuele experimenten aanmoedigen. Het draagt ​​ook in grote mate bij tot de normalisering van seksuele activiteit onder minderjarigen.

IV        Het bevorderen van controversiële ideologieën

CSE-programma's introduceren ook controversiële onderwerpen bij jonge kinderen op een manier die ongevoelig is voor hun religieuze, culturele en gezinswaarden.

  • Abortus

CSE omvat abortus als onderdeel van reproductieve gezondheidsrechten. (CSE voor jongeren die niet naar school gaan in Malawi, p. 235). Abortus wordt gepresenteerd als een legitieme en noodzakelijke optie om onbedoelde zwangerschappen te beheersen. CSE-materiaal presenteert abortus als onderdeel van het volledige spectrum van seksuele en reproductieve rechten. Dit gebeurt vaak zonder dat er evenwichtige perspectieven worden geboden op de morele en ethische implicaties van abortus. Dit kan op zijn beurt de inspanningen ondermijnen die levensbevestigende alternatieven voor abortus, zoals adoptie, bevorderen.

  • LHBTQ Ideologieën

CSE laat kinderen en adolescenten ook kennismaken met LHBTQ, wat in veel samenlevingen zeer controversieel is. Kinderen wordt geleerd dat geslacht niet wordt bepaald door biologische sekse, maar in plaats daarvan veranderlijk is en onderhevig is aan persoonlijke gevoelens en voorkeuren. (CSE voor jongeren die niet naar school gaan in Malawi, p. 126).

Bovendien leert CSE dat gezinnen ouders van hetzelfde geslacht kunnen hebben. (CSE Manual-Trainer’s Toolkit, p. 5), ook in landen waar homoseksualiteit ronduit illegaal wordt genoemd. Dit is in strijd met de culturele en juridische normen van veel landen, vooral Afrikaanse landen.

Voor meer informatie over de controversiële kwesties van uitgebreide seksuele voorlichting (CSE) en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR), bekijk de YouTube-video met de titel The War on Children: Exposed the CSE Agenda van Family Watch International (mei 2020).

Het falen van CSE

Jarenlang hebben VN-agentschappen zoals UNESCO CSE gepromoot als een essentieel instrument voor het terugdringen van tienerzwangerschappen, seksueel overdraagbare ziekten en HIV. Ze beweren ook dat alleen onderwijs in onthouding niet effectief is. Recente onderzoeken hebben deze beweringen echter ontkracht.

Volgens een recente mondiale analyse, gepubliceerd door onderzoekers van SexEdReport.org, heeft CSE het hoogste percentage mislukkingen in Afrika, met een alarmerend percentage mislukkingen van 89%, en het hoogste percentage negatieve gevolgen, waarbij 24% van de gevallen schadelijke gevolgen rapporteert. In deze studie, getiteld Re-Examining the Evidence for Comprehensive Sex Education in Schools – A Global Research Review, werd uitgebreid gekeken naar juist het onderzoek dat door de UNESCO werd aangehaald ter ondersteuning van CSE-programma’s. Na een grondige analyse van 103 geloofwaardige onderzoeken over een periode van dertig jaar concludeerden de onderzoekers: ‘Drie decennia van onderzoek geven aan dat uitgebreide seksuele voorlichting op scholen geen effectieve strategie voor de volksgezondheid is geweest – het heeft slechts enkele duurzame effecten op de beschermingsresultaten opgeleverd met andere negatieve gevolgen, zowel in de VS als daarbuiten. In feite heeft het [CSE] veel meer bewijs van mislukking dan succes getoond en een zorgwekkend aantal schadelijke gevolgen veroorzaakt.”

Uit het onderzoek blijkt dat ondanks de wijdverbreide implementatie van CSE over de hele wereld, het land er niet in is geslaagd zijn beloften na te komen om tienerzwangerschappen, SOA's en HIV terug te dringen. Verder deed het mondiale onderzoek een krachtige aanbeveling aan beleidsmakers: “Gezien de dreiging die uitgaat van SOA’s, HIV en zwangerschap voor de gezondheid en het welzijn van jonge mensen wereldwijd én het overtuigende gebrek aan bewijs van effectiviteit voor alomvattend seksueel onderwijs op scholen adviseren wij dat beleidsmakers de plannen voor de wereldwijde verspreiding ervan laten varen en alternatieve preventiestrategieën nastreven om de negatieve gevolgen van seksuele activiteit onder adolescenten te verminderen. Er moet verder onderzoek worden gedaan naar de positieve bevindingen over onthoudingseducatie om de ontwikkeling van dergelijke paradigma’s te onderbouwen.

Naast zorgen over de effectiviteit, is er een enorme controverse rond het pleidooi van SRH om de leeftijdsgrenswetten te herzien. De leeftijdsgrens is landspecifiek; in sommige landen is deze 18 jaar, in andere 16 jaar en in sommige landen zoals Nigeria is deze zelfs 11 jaar. Toestemmingsleeftijd is belangrijk omdat het de wettelijke bepaling is van wanneer iemand bekwaam genoeg is om toestemming te geven voor seksuele handelingen.

Voorstanders van SRHR dringen aan op het afschaffen van de leeftijdsbeperkingen voor de toegang tot seksuele gezondheidszorg, waaronder voorbehoedmiddelen en abortus. “Deze beschermende wetten kunnen ook belangrijke beperkende effecten hebben op de toegang tot diensten. De wetgeving met betrekking tot de seksuele en reproductieve gezondheid van adolescenten en jongeren, inclusief de leeftijd waarop zij instemmen met seks en diensten, moet worden herzien om ervoor te zorgen dat het juiste evenwicht tussen bescherming en autonomie wordt bereikt.” (Ministerieel akkoord van ESA, Young People Today, Time to Act Now, p. 27)

Het verlagen van de meerderjarigheid brengt het risico met zich mee dat de seksuele activiteit van kinderen wordt genormaliseerd en dat minderjarigen mogelijk worden blootgesteld aan misbruik en uitbuiting.

Het standpunt van de VN en de rol van IPPF bij het bevorderen van CSE

De Verenigde Naties hebben samen met andere organisaties zoals de International Planned Parenthood Federation (IPPF) een belangrijke rol gespeeld bij het bevorderen van CSE en SRHR in veel landen. Vooral de UNFPA heeft een sterk standpunt in het bevorderen van CSE als een essentieel onderdeel van seksuele gezondheidseducatie. De zorgen over de implicaties van deze programma's worden door deze instellingen echter niet adequaat aangepakt. UNFPA stelt dat programma's voor uitsluitend onthouding ineffectief zijn gebleken. (zie website UNFPA.org). Maar alleen omdat programma’s die uitsluitend gericht zijn op onthouding in sommige gevallen misschien minder effectief zijn geweest, rechtvaardigt dit niet het introduceren van sterk geseksualiseerde inhoud aan negenjarigen en het bestempelen ervan als ‘educatie’.

Documenten van UNFPA en IPPF laten bijvoorbeeld duidelijk een accentverschuiving zien van het voldoen aan de werkelijke behoeften van kinderen naar het bevorderen van ideeën met betrekking tot seksuele vrijheid en meningsuiting. Deze groepen zijn onder vuur komen te liggen omdat ze geen rekening houden met de langetermijneffecten die het bevorderen van seksuele activiteit onder kinderen kan hebben op hun fysieke, emotionele en psychologische welzijn. In IPPF's publicatie 'Healthy, Happy, and Hot' wordt bijvoorbeeld de controversiële bewering gedaan dat jonge mensen seksueel genot moeten kunnen nastreven zonder hun seksuele partners te vertellen dat ze HIV-positief zijn. Dit is een standpunt dat ethische en morele vragen oproept, evenals zorgen over de volksgezondheid en veiligheid.

VN-agentschappen, waaronder UNFPA, doen de zorgen over CSE en SRHR vaak af als louter misvattingen of desinformatie, zonder iets te doen aan de legitieme zorgen van gemeenschappen en belangengroepen. In tegenstelling tot CSE hebben sommige Afrikaanse regeringen en culturele leiders verklaard dat zij principes hooghouden die onverenigbaar zijn met de sociale en religieuze overtuigingen van de overgrote meerderheid van hun bevolking. Maar deze stemmen worden vaak het zwijgen opgelegd, waarbij VN-organen hun zorgen karakteriseren als achterhaald of irrelevant in het licht van ‘progressieve’ internationale normen. Door deze zorgen af ​​te wijzen, slagen de VN-agentschappen er feitelijk niet in om een ​​betekenisvolle dialoog aan te gaan met de gemeenschappen die zij willen dienen.

Een alternatief: voorlichting over risicovermijding op basis van onthouding

In plaats van te vertrouwen op CSE-programma's die de voorkeur geven aan de “op rechten gebaseerde” benadering die vaak seksuele rechten boven seksuele gezondheid stelt, kunnen we ons wenden tot voorlichting over risicovermijding op basis van onthouding als een beter alternatief. Deze benadering richt zich op het onderwijzen van de waarde van het uitstellen van seksuele activiteit totdat men emotioneel en lichamelijk volwassen genoeg is om met de gevolgen om te gaan. Het bevordert zelfrespect en niet-seksuele relaties tijdens de eerste jaren van de ontwikkeling.

Op onthouding gebaseerd onderwijs ontwijkt niet de gevolgen die seksuele activiteiten met zich meebrengen, zoals onbedoelde zwangerschappen, seksueel overdraagbare aandoeningen en emotionele schade. Het presenteert echter onthouding als de zekerste manier om deze risico's te vermijden. Terwijl CSE vroege seksuele activiteit vaak normaliseert door het verstrekken van informatie over anticonceptie aan kinderen, richt voorlichting over seksuele risicovermijding zich op het ontwikkelen van levensvaardigheden en persoonlijke grenzen die jongeren in staat stellen geïnformeerde, veiligere keuzes te maken over hun toekomst.

Critici beweren dat deze aanpak jongeren het recht op informatie ontzegt, maar het vermijden van seksuele risico's betekent niet dat de noodzakelijke gezondheidsinformatie wordt achtergehouden. In plaats daarvan richt het zich op het leveren van deze informatie op een manier die leeftijds- en cultureel gevoelig is, zonder voortijdig expliciete seksuele inhoud te introduceren of experimenten aan te moedigen.

Oproep tot actie

Het is absoluut noodzakelijk dat we de inhoud en implementatie van CSE en SRHR in onze onderwijssystemen kritisch onderzoeken en aanpakken. Ouders, opvoeders, beleidsmakers en de gemeenschap als geheel moeten samenwerken om ervoor te zorgen dat de seksuele voorlichting die aan onze kinderen wordt gegeven evenwichtig, waardevol en echt geschikt is voor de leeftijd. Wij hebben de plicht om onze kinderen te beschermen tegen de emotionele en fysieke schade waaraan zij worden blootgesteld.

Vooral ouders moeten actief betrokken worden bij het onderwijs van hun kinderen door op de hoogte te blijven van de leerplannen die op hun scholen worden geïmplementeerd. Deelnemen aan discussies en het uiten van zorgen zijn essentieel om ervoor te zorgen dat onze waarden en prioriteiten worden weerspiegeld in wat onze kinderen wordt onderwezen. Er moet een alomvattende herziening komen van de onderwijsmodules die verband houden met seksualiteit, om ervoor te zorgen dat deze alleen essentiële gezondheidsinformatie bieden die kinderen nodig hebben.

Eis veranderingen in het huidige systeem door te pleiten voor onderwijs dat gezonde besluitvorming, respect en verantwoordelijkheid bevordert zonder culturele en religieuze waarden te ondermijnen. Het samenwerken met beleidsmakers om aan te dringen op curriculumhervormingen die de gezondheid en het welzijn van kinderen en adolescenten bevorderen, zal ook helpen.

Conclusie

CSE en SRHR zijn niet geheel zonder verdienste. Deze programma's hebben licht geworpen op cruciale maatschappelijke kwesties zoals de gevaren van vrouwelijke genitale verminking, de schadelijke gevolgen van kindhuwelijken en de noodzaak om de gelijkheid tussen mannen en vrouwen te bevorderen. En niet te vergeten de felle strijd tegen geweld tegen vrouwen en meisjes. Dit zijn positieve aspecten die de empowerment bevorderen, vooral in regio's waar deze praktijken nog steeds wijdverbreid zijn.

Er ontstaan ​​echter zorgen wanneer deze programma’s een grens overschrijden en jonge kinderen beginnen te leren over voorbehoedmiddelen en seksueel genot. De te vroeg gepresenteerde onderwerpen zullen ongetwijfeld de emotionele ontwikkeling van een kind en het begrip van gezonde relaties ondermijnen. Veel van de ideologieën onder CSE zijn cultureel en religieus ongevoelig. Ze houden geen rekening met de diepgewortelde overtuigingen van de gemeenschappen waarin ze worden geïntroduceerd. Kinderen zijn bijzonder en moeten met zorg worden behandeld. De jeugd daarentegen moet worden aangemoedigd om het huwelijk en het gezinsleven te omarmen, waarbij seksualiteit wordt gewaardeerd en gerespecteerd in de juiste context. Door dit onderwerp vanuit een evenwichtig en kritisch perspectief te benaderen, kunnen we werken aan een onderwijssysteem waar de volgende generatie echt profijt van heeft.

Referenties

1. Organisatie van de Verenigde Naties voor onderwijs, wetenschap en cultuur. (2018). Internationale technische begeleiding op het gebied van seksuele voorlichting: een op feiten gebaseerde aanpak. UNESCO.
2. Bevolkingsfonds van de Verenigde Naties. (2014). Operationele begeleiding voor uitgebreide seksuele voorlichting: aandacht voor mensenrechten en gender. UNFPA.
3. Ministerie van Volksgezondheid en Kinderopvang, Zimbabwe, UNFPA en Zimbabwe National Family Planning Council. (2018). Uitgebreide seksuele voorlichting voor niet-schoolgaande jongeren in Zimbabwe: handleiding voor begeleiders. UNFPA.
4. UNFPA. (2023). Het bieden van uitgebreide seksuele voorlichting aan jongeren die niet naar school gaan: Casestudy per land - Malawi. UNFPA.
5. UNAIDS & UNESCO. (2013). Jongeren vandaag: tijd om nu actie te ondernemen. Regionaal rapport over de status van seksuele en reproductieve gezondheid en HIV bij adolescenten en jongeren in Oost- en Zuidelijk Afrika.

Sylvia Mesesi is CCI Beleidsmedewerker Afrika